iconLeeswijzer

Over de Programmabegroting 2026-2029

Onze programmabegroting maken we zo kort, helder en overzichtelijk mogelijk. We rapporteren over onze ambities uit het coalitieakkoord 'Bouwen aan een dienstbaar, leefbaar en sociaal Bronckhorst', aangevuld met het Lente Akkoord: Samen verder voor Bronckhorst. De programmabegroting bestaat uit vier hoofdstukken:

Wat we willen bereiken staat in de beleidsbegroting (hoofdstuk 2)

In het programmaplan staan de doelen van ons coalitie akkoord en Lente akkoord centraal (2.1)

We werken met vier raadsprogramma's met daarin een aantal deelprogramma's: het programmaplan (2.1). In ieder programma is naast aandacht voor de beleidsdoelen en opgaven ook aandacht voor Sustainable Development Goals (SDG's), indicatoren, risico's en de financiën.

We dragen bij aan Sustainable Development Goals

Al eerder gaven we aan dat we zichtbaar maken aan welke SDG's we bijdragen. U leest dit bij de deelprogramma's.

De indicatoren geven een beeld van de (beoogde) effecten van ons beleid

We maken in de deelprogramma's onderscheid tussen lokale en landelijke indicatoren:

  • De lokale indicatoren laten zien wat het effect van het beleid is, gericht op onze lokale beleidsdoelen. We merken dat het lastig is om effectindicatoren te koppelen, op verschillende plekken kozen we daarom voor prestatie-indicatoren. Hier vermelden we streefcijfers voor het kalenderjaar en de 'stip op de horizon'.
  • De landelijke indicatoren geven inzicht in waar we staan (realisatiecijfers) en maken vergelijking met andere gemeenten mogelijk. We zijn op grond van het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) verplicht om deze indicatoren op te nemen in de programmaplan, maar sturen daar zelf niet op.

In de deelprogramma’s benoemen we de belangrijkste financiële risico's

Het gaat om de grootste risico's passend bij dat deelprogramma. Wanneer het beschreven risico (ook) niet financiële gevolgen heeft, drukken we dit uit in een cijfer van 1:zeer lokaal tot 5:landelijk (kolom: impact (niet-financieel)). In de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing (2.2.2) staan de belangrijkste risico's bij elkaar.

Elk programma sluiten we af met financiële informatie

In vorige jaren benoemden we hier de grotere verschillen van de lasten en baten van 2026 ten opzichte van de begroting 2025, de beschikbaarstelling van investeringen en het gebruik van de reserves. Deze informatie staat vanaf 2026 in de begroting (hoofdstuk 3) zodat die informatie hierin één geheel vormt met de verplichte informatie voor de accountant (volgens inhoudsopgave van jaarstukken 2024).

In de paragrafen beschrijven we aspecten die voor alle beleidsvelden belangrijk zijn (2.2)

In de tien paragrafen beschrijven we kort hoe we ons beleid inrichten als het gaat om:

In de financiële begroting staat ons financieel meerjarenbeeld centraal (hoofdstuk 3)

We kijken naar de factoren die leiden tot een stijgende of dalende lijn in de begrotingsruimte. In de financiële overzichten staat ook de wettelijke en provinciale informatie die vereist is voor toezicht. De informatie in dit hoofdstuk gebruikt de accountant bij de controle van de jaarstukken. Om aan te sluiten bij de vereiste informatie waar de accountant naar kijkt is informatie over verschillen, investeringen en reserves, die we altijd opnamen bij de programma's nu een paragraaf in dit hoofdstuk volgens de inhoudsopgave van de jaarrekening (2024).

De bedragen die zijn opgenomen per deelprogramma geven de ruimte aan waarin we kosten kunnen maken. Volgens de Financiële verordening Bronckhorst vormt deze afbakening in deelprogramma's 'het autorisatieniveau' van de raad aan ons als college.

In de bijlagen is achtergrondinformatie opgenomen

Vanuit de jaarstukken zijn alle bijlagen onderdeel geworden van de jaarrekening. Bij de programmabegroting hebben we nog wel een aantal bijlagen.

De verordeningen zijn te vinden op www.wetten.nl

De verordeningen geven de kaders aan waarmee we werken. Ze zijn in te zien op www.wetten.nl.

Goed om te weten

  • In de verschillende tabellen met informatie over 2025 (kolom 'Begroot 2025 na wijz.') bedoelen we de stand op 1 augustus 2025. Dit is vóór de verwerking van de 2e tussenrapportage 2025.
  • In de financiële overzichten bij 'Wat mag het kosten?' staat bij de saldoregel een '+' voor baten of overschotten en een '-' voor lasten of tekorten.
  • In de overige overzichten staat in het onderschrift vermeld wat een '+' of '-' betekent.
  • De cijfers in tabellen, grafieken en opstellingen in deze begroting staan in euro's maal 1.000 en zijn afgerond tot het dichtstbijzijnde duizendtal, tenzij anders vermeld.