De ongebonden heffingen zijn:
- forensenbelasting;
- onroerendezaakbelastingen;
- reclamebelasting;
- toeristenbelasting.
Forensenbelasting
Deze belasting is voor mensen die vaak in een gemeente verblijven, maar er niet wonen. Ze betalen mee aan de voorzieningen. Zo helpen ze de kosten te dragen. We vragen forensenbelasting alleen aan mensen die meer dan 90 dagen een gemeubileerde woning gebruiken.
We hebben alleen invloed op de geraamde opbrengst
Een wijziging van de WOZ (Waardering Onroerende Zaak) van de recreatiewoning, verandert de waardeklassen. Ze worden aangepast gelet op de gemiddelde waardewijziging. Maar de aanpassing van de waardeklassen leidt niet tot aanpassing van de opbrengst. Daardoor betaalt de forens niet meer belasting. Iedere klasse kent een vast bedrag, dat vaste bedrag is het ‘tarief’. We passen de indexering toe op het tarief en dat beïnvloedt de opbrengst.
We verhogen de tarieven met 25%
In de Perspectiefnota houden we rekening met de verhoging van de tarieven voor forensenbelasting. We gaan uit van een stijging van € 18.000.
Onroerendezaakbelastingen (OZB)
Eigenaren van woningen en bedrijven betalen eigenarenbelasting. Gebruikers van een pand dat geen woning is, betalen gebruikersbelasting. De WOZ-waarde is de basis voor deze belasting. Het bedrag dat je moet betalen, is een percentage van de WOZ-waarde en staat op de jaarlijkse aanslag.
De OZB is een tijdstipbelasting
De situatie op 1 januari van het belastingjaar bepaalt de belastingplicht. Verkocht je je huis later in het jaar? Dan verwerken we dat in het volgende belastingjaar. De waarde van je huis is die van 1 januari van het jaar ervoor. Door deze peildatum laat de OZB-aanslag voor 2026 een stijging in WOZ-waarde zien door stijgende verkoopprijzen.
We hebben alleen invloed op de geraamde OZB-opbrengst
De ontwikkeling van het OZB-tarief hangt vooral af van de vastgoedmarkt (WOZ-waarden die samenhangen met de verkoopprijzen). Als de gemiddelde waarde op de vastgoedmarkt stijgt, verlagen we het OZB-tarief voor gelijkblijvende OZB-opbrengst. Anders zou de OZB-opbrengst hoger worden dan de raming. Als de gemiddelde waarde op de vastgoedmarkt daalt, verhogen we het OZB-tarief om te voorkomen dat de OZB-opbrengst daalt. We verhogen de OZB-opbrengst met het prijsindexatiecijfer (2,7%) en vanwege besluiten uit de Perspectiefnota 2026-2029 (zie hierna).
We ramen een hogere OZB-opbrengst (€ 250.000 hoger) en verlagen tegelijkertijd de geraamde opbrengst uit de rioolheffing
In de Perspectiefnota hebben we vastgelegd dat we de opbrengst voor de OZB met € 54.000 verhogen als tegenhanger van de verlaging van de rioolheffing (deelprogramma 2B Aantrekkelijke leefomgeving). Belangrijk is dat de woonlasten voor inwoners hierdoor niet stijgen. Voor het eerst in jaren verhogen we de OZB met meer dan alleen indexatie, we verhogen de raming aanvullend met 2% (€ 196.000). De totale stijging van de opbrengst komt daarmee op 4,7%.
We volgen de ontwikkeling van de WOZ-waarden
De WOZ-waarden volgen de verkoopprijzen. We meten ieder jaar de WOZ-waarden van alle objecten opgeteld op het moment dat we de tarieven berekenen. We laten dat zien, verdeeld naar de drie groepen die OZB betalen. Dit doen we bij de begroting voor de tariefbepaling (Meicirculaire). Daaruit volgt de raming van de opbrengst. Daarnaast laten we zien hoe de gemiddelde woningwaarde in Bronckhorst zich ontwikkelt, per object, per woning en per bedrijf.
De WOZ-waarden volgen de verkoopprijzen en ontwikkelen zich als volgt:
Ontwikkeling WOZ-waarden in document | Jaarstukken 2023 | Jaarstukken 2024 | Programma begroting 2025 | Programma begroting 2026 |
---|---|---|---|---|
WOZ-waarde bij begroting (Meicirculaire) | ||||
Eigenaren woningen | 6.666.500 | 6.762.000 | 7.129.000 | 7.877.500 |
Eigenaren niet-woningen | 818.000 | 807.500 | 859.500 | 877.000 |
Gebruikers niet-woningen | 658.500 | 669.500 | 705.500 | 720.000 |
Aantal WOZ-objecten | 20.916 | 20.917 | 20.961 | 21.031 |
Gemiddelde WOZ-waarde per object (woning en niet-woning) | 358 | 362 | 381 | 416 |
Aantal WOZ-objecten woningen | 16.452 | 16.465 | 16.498 | 16.527 |
Gemiddelde WOZ-waarde per woning | 405 | 411 | 432 | 477 |
Gemiddelde WOZ-waarde per woning (CBS) | 474 | 498 | onbekend | onbekend |
Aantal WOZ-objecten niet woningen | 4.464 | 4.452 | 4.463 | 4.504 |
Gemiddelde WOZ-waarde per niet-woning incl. gebruikersdeel | 183 | 181 | 193 | 195 |
De WOZ-waarde voor gebruikers is lager dan voor eigenaren
De WOZ-waarde waarover OZB-gebruikers-bedrijven de belasting betalen is altijd lager dan de WOZ-waarde voor OZB-eigenaren-bedrijven. Volgens de wet mogen we over de woononderdelen van een niet-woning geen OZB-gebruikersheffing heffen. Dit is bijvoorbeeld het geval bij een agrarisch bedrijf, waar de eigenaar-bedrijven ook zijn woonverblijf heeft.
Reclamebelasting
Reclamebelasting heffen we op verzoek van ondernemers over openbare aankondigingen die vanaf de openbare weg zichtbaar zijn. Voorbeelden zijn gevelreclame, raamstickers, posters, vlaggen, uithangborden, luifels en spandoeken. We heffen deze belasting in het centrum van Vorden, Hengelo en Zelhem, en op het industrieterrein van Zelhem.
De belastingopbrengst gaat naar de stichting Ondernemersfonds van de kern of het industrieterrein
Nadat GBTwente de belasting heeft geïnd en de uitvoeringskosten zijn betaald, geven we het geld als subsidie aan de stichting Ondernemersfonds. Die stichting is actief in de kern waarvoor de belasting is bedoeld. Voor het industrieterrein in Zelhem gaat het geld naar de stichting die daar het parkmanagement regelt. We verantwoorden de subsidies in deelprogramma 3A Economie (2.1.3).
We veranderen niets in de reclameverordeningen
De reclamebelasting heffen we binnen een bepaald gebied. We zien geen aanleiding om de verordening of tarieven aan te passen. De deelnemende ondernemers vragen daar niet om.
Toeristenbelasting
We heffen toeristenbelasting voor overnachtingen in Bronckhorst. Dit geldt voor mensen die niet in de gemeente wonen. Ze verblijven bijvoorbeeld op een camping, in een pension, op een ligplaats of in een vakantiehuisje. De verhuurder mag deze belasting doorberekenen aan de gasten. Wij innen de belasting bij de verhuurder.
Wie de voorziening gebruikt, betaalt mee
Net als bij de forensenbelasting laten we mensen meebetalen die gebruikmaken van voorzieningen in onze gemeente, maar hier niet wonen. In Bronckhorst gebruiken we een deel van deze belasting voor toerisme en recreatie. Denk aan het verbeteren van wandelroutes, informatiepunten of andere voorzieningen. De begroting van toerisme valt onder deelprogramma 3A Economie (2.1.3).
We verhogen de tarieven met 25%
In de Perspectiefnota houden we rekening met de verhoging van de tarieven voor toeristenbelasting met 25%. Voor de opbrengst vanuit de toeristenbelasting houden we rekening met een stijging van € 125.000. De ophoging vindt feitelijk in 2027 plaats omdat we bij de vaststelling van de verordening voor 2025 de tarieven voor 2026 al hebben afgesproken. De tarieven zijn als volgt:
Verblijf | 2026 | 2027 |
---|---|---|
Hotel, vakantiewoning | 1,40 | 1,90 |
Mobiel kampeermiddel | 0,85 | 1,10 |
Groepsaccommodatie > 20 personen | 0,40 | 0,50 |