iconDeelprogramma 3B DUURZAAMHEID: Wat doen we

Eigenaarschap boven- en ondergronds afvalcontainers

We hielden rekening met de eigendomsoverdracht van boven- en ondergrondse afvalcontainers aan Circulus in 2026. We willen de containers zelf in eigendom houden omdat dit voor de inwoners financieel het gunstigst is.

Beoogd resultaat

We houden de boven- en ondergrondse afvalcontainers in eigendom

Circulus beheert, onderhoudt en leegt onze boven- en ondergrondse afvalcontainers op basis van een dienstverleningsovereenkomst. In sommige deelnemende gemeenten heeft Circulus de containers zelf in eigendom. Zij streeft naar harmonisatie en wil daarom het eigendom van de containers in Bronckhorst overnemen. We onderzochten samen met Circulus de mogelijkheden voor eigendomsoverdracht. De overdracht van het eigendom aan Circulus zorgt voor structurele verhoging van de afvalstoffenheffing met € 7 per huishouden, terwijl er geen voordelen voor onze inwoners tegenover staan. In eerste instantie leek het ons een incidenteel voordeel op te leveren in 2026. Nu de containers in eigendom blijven, blijft dat voordeel uit.

De warmtetransitie helpt bij het halen van de doelen uit het Akkoord van Groenlo 3.0

Om de doelen uit het Klimaatakkoord die betrekking hebben op de gebouwde omgeving (warmtetransitie) te behalen, maakten gemeenten in de Achterhoek afspraken in het Akkoord van Groenlo 3.0. Binnen het programma energietransitie werken we hier op gestructureerde wijze naar toe.

Beoogde resultaat

Warmtetransitie helpt bij de doelen uit Akkoord van Groenlo 3.0

In 2030 halen we samen de doelen uit het Akkoord van Groenlo 3.0 (ten opzichte van 2022): 

  • Woningen gebruiken 31% minder aardgas. 
  • Gebouwen gebruiken 15% minder aardgas. 
  • Een kwart van de woningen heeft energielabel B of beter.
  • Een kwart van de woningen heeft een (hybride) warmtepomp.

We starten hiervoor de campagne ‘Goed voorbereid op Morgen’. We werken hierin samen met lokale bedrijven en het Energieloket om bovenstaande doelen te bereiken. Daar bovenop werken we in de uitvoering van het warmteprogramma gebiedsgericht in de Dorpsenergieprocessen (DEP’s). Door deze processen direct te koppelen aan de warmtetransitie krijgen de DEP's meer focus. Hierdoor kunnen we een besparing doorvoeren, zonder dat de uitvoering hieronder lijdt. In 2026 doorlopen we in twee van de vijf deelgebieden van onze gemeente dit proces. Voor de verduurzaming van huurwoningen maakten we afspraken met de woningcorporaties. Zo pakken we het behalen van deze doelen gestructureerd aan. Voor isolatie is ecologisch onderzoek nodig. Net als in de andere Achterhoekse gemeenten pakken we dit op met een soortenmanagementplan (SMP). Dit is een meerjarig traject, waarbij de ecologische studie in 2026 in onze gemeente begint. 

De opwek van duurzame elektriciteit neemt toe

Regionaal maakten we afspraken over de toename van de opwek van duurzame elektriciteit. Dit door zon op land (zonneparken) en windenergie. De afspraken liggen vast in Regionale Energiestrategie (RES).

Beoogde resultaat

De opwek van duurzame elektriciteit neemt toe

We spraken in de RES af dat we in 2030 in Bronckhorst 222 terajoule (TJ) duurzame stroom opwekken. In 2015, het basisjaar, was dat nog 28 TJ. Deze doelstelling willen we bereiken met onze huidige zonneparken en het nieuwe windpark dat in ontwikkeling is in zoekgebied Keppel-Eldrik. In 2026 is/zijn de initiatiefnemer(s) hiervoor bekend. Daarna start het omgevingsproces zoals beschreven in het addendum op de Herijkte Routekaart.

Realiseren randvoorwaarden programma energie

Aan de uitvoering van het programma energietransitie ligt de Herijkte Routekaart 2024-2030 ten grondslag. Om de hierin gestelde doelen en ambities te halen, moeten we onderstaande randvoorwaarden realiseren.

Beoogd resultaat

We realiseren de randvoorwaarden voor het programma energietransitie

Het gaat om de volgende randvoorwaarden:

  1. Onderzoeken van de mogelijkheden van een burgerberaad rondom de warmtetransitie. Zo geven we invulling aan de verplichte participatie bij het op te stellen warmteprogramma dat eind 2026 vastgesteld moet zijn. Wanneer een burgerberaad een goede toevoeging aan de andere participatie-activiteiten is, voeren we dit uit. 
  2. Het opzetten van een sociaal buurtfonds bij grootschalige opwek. Omwonenden die niet kunnen mee-investeren in zon- of windprojecten kunnen zo toch profiteren van deze ontwikkelingen. 
  3. De realisatie van een Bronckhorster Energiecoöperatie. Dit is een lokale organisatie die bijvoorbeeld de 50% lokaal eigendom bij zon- en/of windparken behartigt. 
  4. Het realiseren van een energiemonitor. Dit is een helder overzicht van de voortgang van de doelen uit het programma energietransitie.
  5. Gezien de financiële druk zijn we ook genoodzaakt hier te kijken naar besparingsmogelijkheden. Dit doen we op enkele onderdelen zonder dat de doelstellingen in het geding komen. Zo verkopen we de OpMorgen mobiel en stoppen we met de voucher voor Energiecoöperaties. Dit laatste kunnen we doen, omdat eind 2025 een Bronckhorster Energiecoöperatie 2025 actief is.

We voeren Dorpsenergieprocessen uit 

Onderdeel van onze aanpak binnen de warmtetransitie zijn de DEP’s. Dit is de Bronckhorster variant van de wijkuitvoeringsplannen die gemeenten moeten opstellen. Hierin onderzoeken we hoe en wanneer alle gebouwen in onze dorpen van het aardgas afgaan. Binnen de DEP’s is veel ruimte voor inwoners om zelf aan de slag te gaan met deze transitie.

Beoogd resultaat

We voeren Dorpsenergieprocessen uit

We doen dit tot 2030 in de vijf deelgebieden van onze gemeente. We onderzoeken per deelgebied hoe en wanneer gebouwen van het aardgas af gaan. In 2026 lopen minimaal twee DEP’s. Inwoners krijgen hierin veel ruimte om zelf mee te doen. Dit met het oog op de gemeentelijke verplichting om vanaf 2032 wijken aan te wijzen die van het aardgas af gaan.

We verminderen de C02-uitstoot in de gemeente

Conform het Klimaatakkoord werkt de gemeente aan het verminderen van de CO2-uitstoot. Alle activiteiten binnen het programma energie dragen hieraan bij.

Beoogd resultaat

We verminderen de CO2 uitstoot in de gemeente

In Europa spraken we af dat we in 2030 55% minder CO2 uitstoten dan in 1990 (afname van 170,5 Kiloton). In Bronckhorst dragen we daaraan bij via twee kernactiviteiten: de grootschalige opwek van duurzame stroom en de warmtetransitie. Dat doen we samen met inwoners, bedrijven en partners.

Energie

De RegioRotonde is de basis voor het tweede spoor van de Herijkte Routekaart. We voeren regie op een lokaal energiesysteem. Met dit programma zetten we in op minder netcongestie, meer (circulaire) economische groei, vergroting van de biodiversiteit en beperking van wateroverlast en droogte.

Beoogd resultaat

We voeren het programma de RegioRotonde uit

Dit doen we door lokale (innovatieve) circulaire oplossingen voor energie, nutriënten (voedingsstoffen) en water. We onderzoeken in 2026 het opzetten van een circulair werklandschap met mestvergister en een cluster-6 energiegemeenschap. Bij dit laatste project onderzoeken we of er een slimme energiegemeenschap tussen cluster-6 bedrijven, MKB en inwoners opgezet kan worden, waarbij achter de meter energie wordt uitgewisseld. Cluster-6 bedrijven zijn industriële bedrijven, verspreid over Nederland, die niet behoren tot de vijf grote geografische industrieclusters.

We passen ons aan het veranderende klimaat aan (klimaatadaptatie)

Het klimaat verandert. We krijgen steeds vaker te maken met wateroverlast, droogte, hitte en overstromingen. En die problemen worden steeds erger. Daarom moeten we ons aanpassen aan het veranderende klimaat. Dat heet klimaatadaptatie. We willen in 2035 klimaatrobuust zijn. Dat staat in onze omgevingsvisie. Dat is eerder dan de landelijke doelen, want die richten zich op 2050. We werken op verschillende manieren aan klimaatadaptatie. Klimaatadaptatie krijgt een plek in onze regels, plannen en communicatie. In het omgevingsprogramma Landelijk Gebied werken we aan de aanpak droogte Achterhoek. We nemen maatregelen in de openbare ruimte. Ook geven we onze inwoners informatie, zodat zij bewust worden van de gevolgen van klimaatverandering en wat ze zelf kunnen doen. Met de GGD werken we bijvoorbeeld samen aan de campagne ‘Handel bij Hitte’. We richten onze inzet om voldoende externe budgetten te vinden voor de uitvoering van alle plannen.

Beoogde resultaten

We stellen het omgevingsprogramma voor Klimaatadaptatie op

We stellen een omgevingsprogramma op voor het onderdeel Klimaatadaptatie. We brengen onze ambities in lijn met het landelijke beleid. We brengen onze kwetsbaarheden in beeld. We gebruiken daarvoor de nieuwste stresstesten en de klimaatatlas. Die maken we samen met onze regionale partners. We onderzoeken de risico’s en bespreken die in risicodialogen. Zo bepalen we wat het belangrijkste is. Daarna werken we onze lokale strategie uit. We maken een uitvoeringsagenda met concrete acties. We voeren acties uit met de middelen die beschikbaar zijn gesteld bij andere beleidsterreinen en uitvoerende taken. Bij deze onderdelen zijn steeds minder middelen beschikbaar, waardoor we bij het opstellen van het plan keuzes moeten maken.

We leren werken met de Signaleringskaart Water en Bodem Sturend

Bij de Signaleringskaart Water en Bodem Sturend gebruiken we een voorbeeldenboek en een handleiding. We zetten deze hulpmiddelen in bij het kiezen van locaties en het maken van ontwerpen voor woonwijken en bedrijventerreinen. De kaart geeft ons belangrijke informatie. We zien waar kansen en knelpunten liggen door de eigenschappen van regenwater, grondwater en bodem. Zo kunnen we op tijd rekening houden met klimaatverandering en wateroverlast voorkomen. We leren van onze ervaringen en verbeteren het instrument stap voor stap. We onderzoeken hoe we dit instrument gaan verwerken in ons ruimtelijk beleid. We nemen dit mee in de actualisatie van de omgevingsvisie. We doen dit samen met de partners van Samenwerking Water Achterhoek+. Dit is onderdeel van het regionale uitvoeringsprogramma dat we samen vaststelden.  

We voeren stresstesten uit om actuele klimaatrisico’s in beeld te brengen

We werken met nieuwe klimaatgegevens. De huidige stresstesten en klimaatatlassen zijn op basis van gegevens uit 2013. In 2023 kwam het KNMI met nieuwe cijfers en scenario’s. Daarom maken we nu een update, samen met de partners van Samenwerking Water Achterhoek+. De uitkomsten van de update nemen we mee in onze omgevingsvisie, plannen en projecten. Zo zorgen we dat ons beleid past bij de nieuwste inzichten.  

We voeren risicodialogen waarbij we in gesprek gaan over klimaatrisico’s We voeren gesprekken met andere overheden, regionale organisaties en relevante partijen in onze gemeente. De gesprekken gaan over waterveiligheid, wateroverlast, droogte en hitte. We bespreken welke risico’s we wel of niet accepteren. Ook bepalen we samen wat we het belangrijkst vinden. We kijken welke maatregelen nodig zijn om kwetsbare plekken te verbeteren en zoeken naar slimme combinaties met andere plannen. We werken hierin samen met de partners van Samenwerking Water Achterhoek+.

We verminderen wateroverlast en hittestress in buurten

We passen de openbare ruimte aan op het veranderende klimaat. Bij het opnieuw inrichten van straten en pleinen nemen we klimaatadaptatie mee als extra taak. We krijgen hiervoor middelen en handreikingen van het Rijk (via de impulsregeling klimaatadaptatie) en van de provincie Gelderland (via het actieplan klimaatadaptatie).  We laten regenwater beter in de grond zakken. We maken ruimte om regen op te vangen bij hevige buien. Als we werken aan wegen, riolering of groen, koppelen we zoveel mogelijk verharding af van het riool. We verminderen het aantal stenen en voegen meer groen toe. We planten ook extra bomen. We doen dit bij: 

  • de reconstructie St. Jansstraat in Keijenborg; 
  • de reconstructie Smidsstraat/Magnoliaweg in Zelhem; 
  • de herinrichting van de Dorpsstraat in Vorden;
  • de reconstructie Burg. Smitstraat in Steenderen;

We betalen dit uit de investeringsbudgetten voor Vitale kernen, reconstructie wijken en riolering.

We werken aan balans in het natuurlijke watersysteem

We werken aan klimaatadaptatie in het landelijk gebied. Dat doen we vanuit het omgevingsprogramma Landelijk gebied. We doen mee aan de Aanpak Droogte en Wateroverlast in de Achterhoek en Liemers. Ook doen we mee in de gebiedsprocessen van de Landgoederenzone Baakse Beek en ’t Klooster. We denken mee en nemen besluiten.  We praten mee over het gewenste watersysteem, de visie op de omgeving, de strategie en de ontwerpen. We nemen besluiten over vergunningen en aanpassingen in het omgevingsplan. Daarmee kunnen grondeigenaren en overheden de gewenste maatregelen uitvoeren.

INDICATOREN EN RISICO'S

Lokale indicator

Thema duurzaamheid

Effectindicator

Bron

Nul-meting

Jaar nul-meting

Doel 2024

Realisatie 2024

Doel 2025

Doel 2026

Doel 2030

Reductie CO2 uitstoot in Kiloton (KT)

RVO/klimaat-monitor

310 KT

2015

Nog onbekend

245 KT

230 KT

139,5 KT (reductie 55%)

Toename hernieuwbare energie in TeraJoule (TJ)

RVO/klimaat-monitor

28 TJ

2015

*

*

*

*

222 TJ

Behalen doelen warmtetransitie Akkoord van Groenlo 3.0:
Geen tussendoelen opgenomen in akkoord van Groenlo 3.0

Eigen gegevens/ DOA/ Energieloket**

2022

- Afname aardgasverbruik woningen

769 TJ

-

-

31%, 533 TJ

- Afname aardgasverbruik gebouwen

145 TJ

-

-

15%, 124 TJ

- Kwart woningen op energielabel B

-

-

-

3.200 woningen

- Kwart woningen heeft (hybride) warmtepomp

-

-

-

3.811 woningen

Randvoorwaarden:

- Burgerberaad rondom de thema's in de Herijkte Routekaart voor 2030

Eigen
gegevens

Nieuw in 2024

In ontw.

Uitgevoerd

Uitgevoerd

- Sociaal buurtfonds bij grootschalige opwek
1 Vastgelegd in addendum op Routekaart over grootschalige opwek
2 Opgericht rondom windpark Keppel - Eldrik

1

1

2

- Bronckhorster Energiecoöperatie

In ontw.

In werking

In werking

- Energiemonitor

In ontw.

Gereed

Gereed

Aantal uitgevoerde Dorpsenergieprocessen

Eigen
gegevens

Nvt

Nieuw in 2024

0,2

0,6

5

* Geen tussenresultaat. Doel 2030 komt van windpark Keppel-Eldrik. Dit duurt jaren voor realisatie.

** De informatie is nog niet bekend (duurt lang voordat landelijk de cijfers beschikbaar komen)

Thema grondstoffen

Effectindicator

Bron

Nul-meting

Jaar nul-meting

Realisatie 2023

Realisatie 2024

Doel 2025

Doel 2026

Aantal kg restafval per inwoner

Circulus

91 kg

2015

46,5 kg

49 kg

35 kg

35 kg

Verhouding groente, fruit en keukenafval in de restcontainer

Circulus

30%

2017

Percentage afvalscheiding aan de bron per inwoner

Circulus

78%

2017

87%

86%

75%

75%

In te zamelen kg PMD per inwoner

Circulus

30 kg

2017

39,1 kg

39 kg

40

40

Klanttevredenheid dienstverlening afval

Circulus

7,2

2021

7,7

7,8

7,5

7,5

Verplichte landelijk vastgestelde indicatoren

Volksgezondheid en milieu

Bron

Realisatie 2022

Realisatie 2023

Realisatie 2024

Gelderland 2024

Omvang huishoudelijk restafval (kg/inwoner)

CBS 2023

35

35

nb

nb

% Hernieuwbare elektriciteit

RWS 2022

26,8%

nb

nb

nb

Gegevens overgenomen van www.waarstaatjegemeente.nl stand d.d. 02-09-2025

Risico's

Risico-oorzaak (Als gevolg van...)

Risicogebeurtenis (bestaat de kans dat...)

Risicogevolg (met als gevolg dat...)

Netto Kans

Totaal: Netto Financieel Maximum

Impact financieel (%)

Impact (overig)

Extern - Vernietiging van de omgevingsvergunning; Niet tot stand komen van de subsidiëring via de Stimuleringsregeling Duurzame Energie; Faillissement van de coöperatie

De initiatiefnemer of energiecoöperatie de lening via het "Aanjaagfonds duurzame energieopwekking" niet meer (volledig) kan aflossen

Financieel - Er extra kosten ontstaan. Dit risicogevolg hangt af van het aantal deelnemers en de hoogte van de lening; Niet financieel - Dit kan leiden tot plaatselijke imago schade

25%

€ 500.000

0,89%

4

Omgeving - Klimaatverandering

Er door de toename van heftige regenbuien wateroverlast ontstaat

Financieel - Er extra kosten ontstaan door extra uren brandweer/cluster buiten met name op die locaties waar de inrichting en riolering niet voldoet aan de risicotabel; Niet financieel - Plaatselijke imagoschade kan ontstaan indien niet adequaat wordt gereageerd

40%

€ 250.000

0,70%

3

Extern - Het door de ODA niet kunnen voldoen aan de robuustheidscriteria (vastgesteld Interbestuurlijk programma versterking VTH)

De ODA gaat fuseren met een andere omgevingsdienst

Financieel - We te maken krijgen met fusiekosten

50%

€ 125.000

0,44%

3

Technisch - Stijging van de kosten van afvalverwerking en het achteruitlopen van de kwaliteit van GFT- en textielinzameling. Daling vergoeding voor inzameling PMD: Inschatting van tarieven voor de verschillende huishoudelijke afvalstromen voor de afvalstoffenheffing plus baten PMD dekken de kosten van de inzamelaar niet.

De afvalinzameling niet meer kostendekkend is

Financieel - De opbrengst van de afvalstoffenheffing de kosten voor de afvalinzameling niet meer dekt; Niet financieel - Een hoger tarief voor afvalstoffenheffing kan leiden tot regionale imago schade

50%

€ 100.000

0,35%

2

Organisatie - Wettelijke taken die niet goed worden uitgevoerd (bijvoorbeeld op het gebied van vergunningverlening en handhaving)

Er een calamiteit zich voordoet

Financieel - Er extra inzet van mensen ontstaat. Extra kosten van middelen ter bestrijding van de calamiteit en/of herstelkosten; Niet financieel - Er plaatselijke imagoschade kan optreden

30%

€ 100.000

0,21%

2

Meer informatie over de risico's vindt u in de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing (2.2.2).