0.3 Beheer overige gebouwen en gronden

+ = ruimte; - = geldvraag

0.3 Personeelskosten (lasten € 96.000 N)

Naast enkele kleine wijzigingen wordt de grootste stijging van de lasten veroorzaakt door indexatie van de salarissen.

1.1 Crisisbeheersing en brandweer

+ = ruimte; - = geldvraag

1.1 Algemeen (lasten € 175.000 N)

De stijging in lasten wordt veroorzaakt door hogere inzet van medewerkers (€ 43.000 N), hogere kapitaallasten (€ 74.000 N) en een hogere bijdrage voor de VNOG (€ 58.000 N).

1.2 Openbare orde en veiligheid

+ = ruimte; - = geldvraag

1.2 Personeelskosten (lasten € 55.000 V)

De daling wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door een lagere inzet van medewerkers (€ 55.000 V).

2.1 Verkeer en vervoer

+ = ruimte; - = geldvraag

2.1 Maatschappelijke investeringen (lasten € 403.000 N)

We hebben hogere kapitaallasten als gevolg van meer maatschappelijke investeringen zoals wegen.

2.1 Onderhoud wegen (lasten € 113.000 V)

We zien lagere lasten voor onderhoud wegen.

2.1 Overig (lasten € 64.000 V)

Het overige heeft betrekking op diverse kleinere verschillen.

2.2. Parkeren

+ = ruimte; - = geldvraag

Geen bijzonderheden te melden.

2.5 Openbaar vervoer

+ = ruimte; - = geldvraag

Geen bijzonderheden te melden.

4.1 Openbaar basisonderwijs

+ = ruimte; - = geldvraag

Geen bijzonderheden te melden.

4.2 Onderwijshuisvesting

+ = ruimte; - = geldvraag

4.2. Oplevering VO Vorden (lasten € 317.500 N)

We hebben hogere afschrijvingslasten door de oplevering van VO Vorden. Bij de jaarrekening 2025 sluiten we dit krediet af, waardoor we vanaf 2026 starten met afschrijven.

4.2. Doorbelasting rente (lasten € 466.500 N)

In 2025 rekenenden we geen rente door omdat we meer rentebaten dan lasten hadden. In 2026 houden we rekening met een omslagrente van 1,5%. Dit zorgt voor een stijging van de rentelasten.

4.3 Onderwijsbeleid en leerlingzaken

+ = ruimte; - = geldvraag

4.3 Stimuleren schooldeelname (lasten € 40.000 N)

In de Perspectiefnota 2026-2029 stelde uw raad structureel € 40.000 beschikbaar voor het uitvoeren van de kwalificatieplicht MBO.

4.3 Leerlingenvervoer (lasten € 65.000 N)

Op basis van de meerjarenbegroting van ZOOV verwachten we dat de kosten voor leerlingenvervoer en bijbehorende uitvoeringskosten stijgen.

4.3 Schuifpuzzel Zelhem (lasten € 60.000 V)

In 2025 stelde uw raad incidenteel budget beschikbaar voor de schuifpuzzel Zelhem. Dit leidt tot een voordeel ten opzichte van 2026. Het restant betreft stijging van personele lasten als gevolg van CAO-ontwikkelingen en/of herverdeling van de totale loonsom over de diverse taakvelden (lasten € 50.000 N) en overige wijzigingen van kleinere omvang (lasten € 12.000 N).

5.1 Sportbeleid en activering

+ = ruimte; - = geldvraag

5.1 Initiatieven Leefbaar en Sportief Bronckhorst (lasten € 1.726.000 V)

In 2025 is ingezet op initiatieven voor Leefbaar en Sportief Bronckhorst (lasten € 1.726.000 V), voor 2026 gaan we voor dergelijke initiatieven over op een structureel bedrag (€ 250.000).

5.1 Personeelskosten (lasten € 108.000 V)

We hebben in 2025 hogere loonkosten om bovenstaande initiatieven op te halen en te beoordelen. De rest heeft betrekking op overige verschillen (€ 10.000 V).

5.2 Sportaccommodaties

+ = ruimte; - = geldvraag

5.2 Verduurzamen sporthal (lasten € 111.000 N)

In 2024 en 2025 hebben we ingezet op het verduurzamen van sporthal De Kamp in Hengelo. In 2026 krijgen we hierdoor hogere kapitaallasten (lasten € 111.000 N).

5.2 Doorbelasten rente (lasten € 65.000)

In 2025 was het rentepercentage voor de doorbelasting 0%. In 2026 houden we rekening met een omslagrente van 1,5%. Dit zorgt voor een stijging van de rentelasten.

5.3 Cultuurpresentatie, cultuurproductie en cultuurparticipatie

+ = ruimte; - = geldvraag

Geen bijzonderheden te melden.

5.4 Musea

+ = ruimte; - = geldvraag

Geen bijzonderheden te melden.

5.5. Cultureel erfgoed

+ = ruimte; - = geldvraag

Geen bijzonderheden te melden.

5.6 Media

+ = ruimte; - = geldvraag

5.6 Lokale omroep (lasten € 27.000 N)

In de Perspectiefnota 2026-2029 stelde uw raad voor de jaren 2026 en 2027 € 27.000 extra subsidie beschikbaar voor een toekomstbestendige lokale omroep. De totale subsidiebijdrage aan de lokale omroep is daarmee voor deze jaren gebaseerd op € 2,00 per inwoner. Vanaf 1 januari 2028 treedt de nieuwe Mediawet in werking en vindt de financiering door het Rijk plaats. De overige wijzigingen zijn van kleinere omvang en betreffen met name reguliere indexering (lasten € 25.000 N).

5.7 Openbaar groen en (openlucht) recreatie

+ = ruimte; - = geldvraag

5.7 Landelijk gebied (lasten € 115.000 V)

In de Perspectiefnota 2026-2029 schrapte uw raad € 50.000 op het incidentele budget plattelandsontwikkeling. Daarnaast heeft uw raad via een resultaatbestemming bij de Jaarstukken 2024 € 65.000 beschikbaar gesteld in 2025 voor projecten in het landelijk gebied. Dit leidt tot een daling van de lasten in 2026 van € 115.000.

5.7 Openbaar groen (lasten € 118.000 V)

In 2026 begroten we lagere kosten voor reconstructie van groenvakken.

5.7. Personeelskosten (lasten € 50.000 N)

We hebben in 2026 hogere loonkosten als gevolg van de hogere CAO.

7.2 Riolering

+ = ruimte; - = geldvraag

7.2. Kapitaallasten (lasten € 447.000 N)

Ons investeringsniveau neemt toe, daardoor verwachten we hogere kapitaallasten.

7.2. Dotatie voorziening (lasten € 224.000 N)

De vervangingsinvesteringen betalen we vanuit onze voorziening. Hiervoor doen we een hogere storting.

7.2 Rioolheffing (baten € 147.000 V)

Als gevolg van de prijsstijgingen verhogen we ons rioolheffing.

7.5 Begraafplaatsen en crematoria

+ = ruimte; - = geldvraag

Geen bijzonderheden te melden.

8.1 Ruimte en leefomgeving

+ = ruimte; - = geldvraag

8.1 Uitvoering landelijke beëindigingsregeling veehouderij (LBV en LBV+) (lasten € 214.000 V)

In 2024 en 2025 stelde het Rijk incidenteel budget beschikbaar voor de uitvoering van LBV en LBV+. In 2025 is hiervan nog € 214.000 beschikbaar, dit valt in 2026 weg.

8.1 Faciliterend grondbedrijf (lasten € 322.000 V)

In de 2^e Tussenrapportage 2025 geven we aan dat we onze bedrijfsvoering bij woningbouwprojecten verder professionaliseren. Dit leidt ertoe dat we van alle woningbouwprojecten de gerelateerde plankosten ramen over de hele periode. Doordat deze wijziging nog niet verwerkt is in bovenstaande cijfers, ontstaat er een kunstmatige voordeel.

8.1 Personeelskosten (lasten € 52.000 N)

De personeelskosten zijn gestegen door indexering van de salarissen.

8.1 Planontwikkelingskosten grondbedrijf (lasten € 220.000 V)

We passen de lasten voor faciliterend grondbedrijf aan (zie hiervoor bij 8.1. Faciliterend grondbedrijf). Datzelfde doen we voor de tegenhanger daarvan, de batenkant.

8.1 Faciliterend grondbedrijf (baten € 270.000 N)

In de 2^e Tussenrapportage 2025 ramen we van alle woningbouwprojecten de verwachte opbrengsten over de hele periode. Met name in 2026 en verder ontbreekt deze raming grotendeels. Doordat deze wijziging nog niet verwerkt is in bovenstaande cijfers, ontstaat er een kunstmatige nadeel.

8.1 Planontwikkelingskosten grondbedrijf (baten € 220.000 N)

In de 2^e Tussenrapportage 2025 ramen we van alle woningbouwprojecten de verwachte opbrengsten over de hele periode. Met name in 2026 en verder ontbreekt deze raming grotendeels. Doordat deze wijziging nog niet verwerkt is in bovenstaande cijfers, ontstaat er een kunstmatige nadeel.