Hieronder beschrijven we hoe we de financiële middelen inzetten voor het realiseren van onze maatschappelijke doelen en onze verantwoordelijkheden tegenover onze inwoners.
Onvoorziene uitgaven (A)
De begroting bevat volgens de Financiële verordening Bronckhorst een specifieke budgetpost voor onvoorziene uitgaven, die één-op-één is gekoppeld aan het aantal inwoners. Dit bedrag, € 3,50 per inwoner, gebruiken we voor eenmalige kosten die voldoen aan de drie ‘O-criteria’: onvoorzien, onvermijdbaar en onuitstelbaar. Met behulp van de risico-impactanalyse, uitgewerkt in de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing) (2.2.2), houden we de mogelijke effecten van risico’s in de gaten voor de komende jaren, met name wat betreft onvoorziene uitgaven.
Lokale heffingen (B)
Deze inkomsten betalen onze inwoners. Begraafrechten, riool- en afvalstoffenheffing staan hier niet bij omdat die opbrengsten specifiek zijn bedoeld om 100% kostendekkendheid te bieden voor de bijbehorende diensten. Voor twee lokale heffingen hebben we specifieke bestedingen binnen deelprogramma 3A Economie (2.1.3). aangewezen:
- Toeristenbelasting: Deze inkomsten gebruiken we vooral voor toeristische uitgaven. Het draagt bij aan het bevorderen van toerisme en het ondersteunen van activiteiten die onze regio aantrekkelijk maken voor bezoekers.
- Reclamebelasting: De opbrengsten van reclamebelasting gaan als subsidie naar ondernemersverenigingen. Dit helpt lokale ondernemers en bevordert economische groei.
Voor meer informatie kunt u terecht in de paragraaf Lokale heffingen (2.2.1).
Algemene uitkering (C)
De Algemene uitkering uit het Gemeentefonds is de voornaamste bron van inkomsten. Deze uitkering biedt volledige bestedingsvrijheid, en eventuele labelingen van budgetten binnen deze uitkering bepalen we zelf. De cijfers in deze programmabegroting weerspiegelen de stand van de Algemene uitkering na de meicirculaire 2024. We achten de kans klein dat het Rijk de financiële tekorten vanaf 2026 en daarna voor gemeenten aanvult. Daarom hebben we voor de begroting 2025 een impactanalyse gemaakt wat we verder uitwerken voor 2026 en verder. Over de meicirculaire 2024 hebben we u geïnformeerd in september 2024. Het resultaat beïnvloedt de begrotingsruimte (een vrij besteedbaar deel en een deel voor compensatie van loon- en prijsstijgingen. Dat resultaat vermelden we bij de financiële positie, verderop in dit hoofdstuk bij we doen alleen aanpassingen door uitgangspunten te volgen (3.3.1).
Dividend / winstuitkering (D)
We nemen deel in zes bedrijven. Van twee bedrijven (Alliander en BNG) ontvangen we dividend. Meer informatie vindt u in de paragraaf Verbonden partijen (2.2.6).
Overige algemene dekkingsmiddelen (E)
Onder deze noemer hebben we stelposten staan. Deze stelposten vertegenwoordigen bestedingen of ontvangsten waarvan we weten dat ze zullen plaatsvinden, maar waarvan we nog niet precies weten binnen welk taakveld. In deze programmabegroting is dat het flexibele formatiebudget (€ 2,8 miljoen). Voor tegenvallende investeringen met hogere kapitaallasten als gevolg is een stelpost van € 157.000 opgenomen. Tegelijkertijd constateren we dat geplande investeringen veelal in tijd achterlopen. Voor meevallende kapitaallasten hebben we € 250.000 in de begroting verwerkt.
Saldo financieringsfunctie (F)
In de paragraaf Financiering (2.2.4) vindt u meer informatie over de rente-effecten van ons financieringsbeleid.